...en weer terug, de eerste dagen - Reisverslag uit Parijs, Frankrijk van Wil Kersemakers - WaarBenJij.nu ...en weer terug, de eerste dagen - Reisverslag uit Parijs, Frankrijk van Wil Kersemakers - WaarBenJij.nu

...en weer terug, de eerste dagen

Door: wilopweg

Blijf op de hoogte en volg Wil

16 Juni 2011 | Frankrijk, Parijs

Dag 37, 38 en 39: dinsdag 14, woensdag 15 en donderdag 16 juni 2011
Lourdes- Oloron; Oloron- Saint Geours de Maresmne; Saint Geours- Leon

Huishoudelijke mededelingen/ managementsamenvatting:
1. Dinsdag 14 juni: Vandaag heb ik 68 kilometer gefietst in 3,8 uur. Dat is een aardig gemiddelde. Belangrijker is dat het weer echt veel beter is geworden. Zo’n 25 graden, af en toe nog wat donkere wolken, maar heerlijk om te fietsen over een rustig weggetje parallel aan de Snow peaked Mountains.

2. Woensdag 15 juni: Vandaag heb ik 95,5 kilometer in iets meer dan 5 uur gefietst. Goed voor het gemiddelde. Het was vandaag aangenaam warm en de route was goed te doen. Hier en daar een hinderlijke bult. Verder twee vermeldenswaarde zaken: 1e vandaag had ik mijn eerste platte band te pakken, 2e Wellicht dat hij het zelf leest, maar wil iemand tegen mijn vader zeggen dat ik in Dax ben geweest en geen duiven heb gezien.

3. Donderdag 16 juni: Vandaag slechts 39,5 kilometer in 2 uur gereden. Vannacht en vanochtend heeft het geregend. De tent nat ingepakt. Ook de vanmiddag veel regen. Na een kleine 40 kilometer kwam ik in een aardig plekje: Leon. Na vandaag staat de teller op 2.514 kilometer.

Dinsdag 14 juni; Lourdes- Oloron:
Vandaag is een rare dag. Ik vertrek in Lourdes precies de kant op die ik maanden geleden gepland heb, namelijk richting Oloron en toch is het anders. Na Oloron ga ik niet naar het zuiden, maar zet ik het voorwiel richting Noorden. Het is een relaxte dag vandaag. Ik hoef slechts 60 kilometer en voor vanavond heb ik een ‘chambre d’hote’ gereserveerd.

Ik kan het dus rustig aan doen met ontbijten, de tent in Lourdes afbreken, gedag tegen de Belgische fietster en haar vriend zeggen en bij de Leclerc langsgaan om een koffie met croissant te nuttigen. Ik zit om 11.00 uur pas op de fiets, maar ik maak me geen zorgen. Ik hoef immers slechts 60 kilometer. Ik zoek een weg uit Lourdes en fiets de eerste 15 kilometer langs een redelijk geasfalteerd bospad dat zich langs de Gave de Pau slingert. Een beetje op en af, maar dat hoort er bij. Ook de weg die hierop volgt is lekker rustig en is nauwelijks geaccidenteerd te noemen.

De uitzichten daarentegen mogen er zijn. De Pyreneeën stralen mij vanochtend tegemoet met hun witte snoeten. Hier en daar kom ik een oude kerk of een abdij tegen en ik loop er een keer of wat omheen. Ik zet ze maar niet allemaal op de foto. Er staan al zoveel van die dingen op foto dat ik ze zelf niet meer uit elkaar hou. Die kerken en abdijen zijn wel allemaal dicht dus ik kan niet naar binnen. Al na een kilometer of 25 zie ik zowaar een picknickplek. Ik zit pas 1,5 uur op de fiets, maar ik besluit dat ik deze unieke gelegenheid in het Franse land niet voorbij mag laten gaan. Er staan zowaar een stuk of vijf banken en tafels en ze hebben er nog bomen boven gezet ook.

Aan één van de tafels zit een zwaarbeladen fietser. Duidelijk een veteraan, een oudstrijder, iemand met het air alsof hij de wereld al drie keer is rondgefietst. Vol bravoure begint hij in het Nederlands tegen mij. Maar zijn tongval doet mij vermoeden dat hij van andere komaf is. Hij klinkt een beetje als Rudi Carell die Duits praat, maar dan andersom. En ja hoor hij heeft de Jacobsroute al wel tig keer gereden. Dit jaar vanuit Lourdes en weer terug. Morgen zit zijn reis er op en neemt hij de trein in Lourdes naar Keulen.’

Ik vraag hem of hij de route vanuit een routeboek fietst of dat hij hem inmiddels wel uit zijn hoofd kent. Dit soort humor lijkt hij niet te begrijpen. Hij kijkt me geringschattend aan en haalt een GPS apparaat tevoorschijn. Hij heeft nog geen jaar op dezelfde wijze naar Santiago gefietst en de laatste jaren doet hij alles via dit apparaatje. Hij toont het GPS ding triomfantelijk. Al zijn reizen (hij doet er namelijk meer dan alleen naar Santiago) zet hij van te voren nauwkeurig uit en dan gaat hij die uitgezette route precies nafietsen. Al fietsend wijkt hij wel eens wat af omdat de praktijk wel eens afwijkt van de digitale wereld, dan voert hij die correcties achteraf in. Vervolgens komen al die GPS routes op zijn website. Voor wie geïnteresseerd is geraakt: www.4sdc.de. Waar de 4 voor staat is mij ontgaan, maar ‘sdc’ voor Santiago de Compostella.

Man en fiets zien er uit als een éénpersoonskermisatrractie. Hij heeft een baard omdat hij zich in al die weken van ontberingen niet heeft geschoren. Hij draagt een regenboogkleurige trui, waarbij niet duidelijk is waar welke kleur begint en de andere ophoudt. Zijn fietsbril die hij over een gewone bril draagt is in het midden geplakt, kennelijk ergens in de strijd een breuk opgelopen. Zijn fiets is voorzien van allerhande gadgets, die hij echter grotendeels zelf in elkaar gezet zegt te hebben. Natuurlijk heeft hij een Rohlofnaaf. Goed spul, niets meer aan doen, gewoon zo laten zitten. Hij heeft hij er echter een eigen gemaakte kettingkast van een andere kleur dan zijn fiets omheen gezet. En een heel verhaal omheen gebouwd waarom dan wel.

Zijn stuur bestaat uit vier verschillende stuurconstructies, die qua vorm en kleur niet op elkaar zijn afgestemd. Hij kan er wel op allerhande manieren op liggen, leunen en verzitten als hij fietst. Er is een heel breed stuur wat je tegenwoordig wel bij de citybikes ziet, daarbinnen in heeft hij een min of meer normaal stuur gemonteerd, daarbovenop weer een ossenkop stuur. En op het middelste stuur heeft hij ook nog barhandles. En natuurlijk zijn op zowel breed, als gewoon, als ossenkopstuur remmen en versnellingshandvaten gezet.

Op de sturen zitten dan vervolgens het GPS apparaat, een hoogtemeter, een kompas (ik durf niet te vragen of zijn GPS apparaat vaak kapot gaat), een mechanische bel en een gastoeter, een koplamp en een zaklamp in een aparte houder. Er zijn mij ongetwijfeld zo nog wat zaken ontgaan. En ik praat dan niet over de tassen die hij aan de voorvork, de achtertassen en de bidonhouders op de gekste plekken.

Hij vraagt mij waar ik heen ga en ik twijfel of ik hem het hele verhaal aan zijn neus ga hangen. Ik besluit dat ik daar bij zo’n Santiagoveteraan geen zin in heb. Even niet. Dus ik vertel hem dat ik bezig ben met een soort van eigen verzonnen Rondje van Frankrijk. Hij vraagt mij of ik dat zonder GPS apparaat doe. Als ik dat beaam dan knikt hij. Oh, dan doe je het aan de hand van routeboekjes? Ik zie hem denken dat zulks wel heel erg ouderwets is. Als ik dat dan ook nog ontken kijkt hij me aan alsof hij water ziet branden. Ik zie hem denken: “Das gibt’s doch gar nicht”. Maar “jawohl” hoor, dat geeft het, en dat kan nog goed ook. Gewoon een kwestie van één overzichtskaart van Frankrijk kopen en al naar gelang je opschiet goede regionale Michelinkaarten. En verder is het een kwestie van trappen maar. Bij voorkeur over de witte weggetjes en indien dat niet anders kan de gele weggetjes op de kaart.

Het gesprek krijgt al gauw een wending van ‘laten we afscheid nemen’. Hij was er het eerst en had zijn lunch al op en het is dus billijk dat hij aan de kuierlatten trekt. Hij begrijpt dat kennelijk ook. Hij bedenkt zich opeens dat hij nog een treinticket in Lourdes moet ophalen. Hij smeert zich in en springt op de fiets. Dat komt goed uit, want ik heb de tijd. Ik zet een lekkere kop thee en besluit dat het tijd is om mijn fiets eens te poetsen. Op de camping vanochtend heb ik een poetsdoek kunnen scoren en hier op deze picknickplek hebben ze zowaar water. Ik begin met het onderdeel wat mij het meest urgent voorkomt: de ketting. Voortaan moet ik er aan denken de ketting het laatst schoon te maken. Tegen de tijd dat ik daarmee klaar ben, is de doek geen poetsdoek meer.

Tegen een uur of zes rij ik Oloron binnen. De ‘patron’ van de ‘chambre d’hotes’ had me uitgelegd dat ik niet de stad in moest, maar meteen bergie op naar de oude wijk van Oloron. Dat bergie bleek een berg, een stevige. Al slingerend knalt hij omhoog. Voor het eerst deze vakantie denk ik er aan om af te stappen en de fiets naar boven te duwen. Als er twee Fransen (zij het zonder bagage mij voorbijsteken) bedenk ik me. Dat gaat niet gebeuren. Met 60 kilometer in de benen kom ik zwaar hijgend aan bij een prachtige ‘chambre d’hote’ in een eeuwenoud gebouw.

Zoals gezegd de ‘Chambre d’Hote’ is mooi en hij ligt in de bovenstad. Vanuit hier heb je een prachtig zicht op de Pyreneeën en op het dal waarachter de Col de Somport zich bevindt. De col die ik anders morgen zou hebben beklommen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik het met een brok in de keel sta te bekijken. Net op dat moment krijg ik een sms-je van Marieke. Wim en zij hebben mijn ‘Tussenbericht’ gelezen. Ik besluit haar op dat moment te bellen. Ze geeft aan dat ik nu wel een heel mooi stuk van de route ga missen.

En dat is waarschijnlijk ook zo. Maar dan van de andere kant. Het ging mij van den beginne veel minder om de Jaconsroute of de Katharenroute of welke route dan ook. Het was mij er om te doen een fiks eind te gaan fietsen, om onderweg te zijn. Dat werden min of meer toevallig de routes die ik gepland had, maar hadden net zo goed anderen kunnen zijn. Eigenlijk was alleen de Mont Ventoux op enig moment een zekerheid. Wat voor mij belangrijker is, is dat ik me goed voel bij de kant waar ik op fiets. Marieke zucht nog een keer, maar begrijpt het ook wel. Dat blijkt ook wel. ’s Avonds heb ik al een alternatieve route door Les Landes naar het noorden in mijn emailbox.

Wat weemoedig loop ik naar de kathedraal van Oloron in een andere stadswijk. De ‘patron’ had me daar een restaurant van een vriend aanbevolen. Zowel de ‘chambre d’hote als het restaurant krijgen een positief reisadvies. Lekker gegeten. Geen idee wat, het is Baskisch dus er zaten veel x-en in en in de machtige soep bonen, wortels, aardappelen en pepers. Het hoofdgerecht was een soort van draadjesvlees, zij het wederom met veel pepers. En na gewoon chocolademousse. Lekker dus.

Alleen ook hier weemoed troef. Ik kijk tegen het portaal van de kathedraal aan en die heet al eeuwenlang een belangrijk punt op de Jacobsroute te zijn. De schelp en de plaquette aan de muur vermelden dat in elk geval. Op het terras zitten twee Nederlandse fietsers. Ik heb niet de moed en de zin om een gesprekje aan te knopen.

Woensdag 15 juni:
Vandaag vroeg op, ontbijtje in mijn gastenhuis en ‘en route’. Vanaf vandaag laat ik de Jacobsroute achter me, denk ik. Echter in elk dorp waar ik kom met een beetje oude kerk zie ik de Jacobsschelp en een plaquette. In een dorp waar het markt is en gezellig, zitten een stel fietsers op een terras bij ‘l’Auberge des Pellerins de Saint Jacques’. Ik krijg het er wel in gewreven. Gelukkig hebben ze op de markt lekkere spekkersen. Een pondje voor onderweg komt altijd van pas.

’s Middags pauzeer ik in Sauveterre, een mooie oude stad met uitzicht over een rivier en de bergen in de verte. Ik zit op het plein en zie op een bord de naam Saint Jean Pied de Port. Dat is naast Oloron de tweede plaats waar vandaan de Jacobgangers de Pyreneeën oversteken. Ik kan het niet helpen. De verleiding is groot. Ik pak mijn spullen uit. Het boekje van de Jacobsroute is onderop geraakt. Ik blader het nog eens helemaal door. Van hieruit is de Jacobsroute zelf veel minder lang (nu nog 890 kilometer) dan de terugreis naar Beuningen. De verleiding is echt groot. Ik wil Joekie bellen, haar stem horen, maar ze is er niet. Ik weet niet wat de doorslag geeft. Misschien is het wel de oudere, stevigere dame met rugzak en haar begeleider met eveneens een rugzak en een schelp achterop die op de bank naast mij neerstorten. Misschien zijn het wel de Noordelijke wandelstokken, die ze allebei naast de bank neergooien, die ik niet kan zetten.

Zoals mijn broer mij sms-te: ‘et is good zo’. Ik ga naar Beuningen. Dat doe ik overigens door een mooi gebied. Ik kom zo langzaamaan in Les Landes. Op wat vervelende pukkels en vals plat na worden de wegen plat. En mijn band ook. Ik ben lekker opgeschoten vandaag en heb een camping op het oog met nog 20 kilometer te gaan. Ik zie een supermarkt en ik wil wat boodschappen doen om wat eten te hebben mocht die camping in het midden van niets liggen.
Als ik terugkom en weg wil fietsen voelt het aan alsof mijn banden erg hard opgepompt zijn. Dat blijkt dus niet zo. Plat, en wel van voren, helemaal. Toen ik de binnenband bekeek zag ik het gaatje recht naast de ventiel. Plots zie ik de twee ginnegeappende jochies weer, toen ik de winkel uitkwam. De oude kwajongensstreek: speld langs het ventiel en dan achter een bosje gaan zitten lachen. Met pijn, moeizaam handengewring en gevloek krijg ik de buitenband er weer op.

Om half zes rij ik de camping op. Die heeft een prima zwembad. De tent staat in 20 minuten en 3 minuten later lig ik in dat zwembad. Morgen verder Les Landes in.

Donderdag 16 juni:
Voor vannacht hadden ze een regenbui voorspelt. Die voorspelling klopte. Gisterenavond kon ik de hele avond buiten zitten en ik sliep nog niet of ik hoorde het gekletter op mijn tent. Die regenbui duurde tot half negen vanochtend. Ik hoopte slechts dat het op een gegeven moment droog zou worden, opdat ik mijn tent zou kunnen inpakken en verder zou kunnen. Na de 1e regenbui (tot half negen) dus, begon een tweede vanaf 9 uur tot half elf. In die tijd ben ik van lieverlee lekker blijven liggen en ben een paar keer heerlijk terug in slaap gedommeld.

Vanaf half elf ben ik de boel in gaan pakken. De tent helaas nat. Voordat ik om kwart voor twaalf de camping afreed (net op tijd voor mijn croissant bij de bakker) regende het weer en dat bleef het af en aan doen tot een uur of drie. Inmiddels was ik al meer richting kust opgereden dan eigenlijk gepland. Ik wilde eigenlijk meer door het binnenland naar het Noorden en pas boven Cap Ferret aan de kust komen. Maar de kust lokt. De campingbaas wist bovendien met zekerheid te zeggen dat het aan de kust niet zou regenen en een paar kilometer inlands wel.

Wat ons brengt tot de wijze fietsles van vandaag: vertrouw niet op de meterologische kennis van een campingbaas. Indien hij die zou hebben zou hij wel weerman zijn geworden en geen campingbaas. Toen ik na zo’n 35 kilometer voor de derde keer mijn regenjas moest aantrekken, vond ik het welletjes. Ik fietste net door een leuk plekje (Leon), zag een ‘Hotel du Centre’ en besloot er voor vandaag de brui aan te geven. Het lijkt me zo’n plekje met een paar terrasjes, wat winkeltjes en een restaurantje of wat, waar ik me de rest van de middag en avond wel kan amuseren. Vreemd genoeg heb ik de Atlantische Oceaan trouwens nog steeds niet gezien. Telkens als de weg er naar toe lijkt te buigen is het net te ver om. Wie weet morgen. Het gaat er van komen. Ik zal met mijn voeten in die zee.

Het is half acht en ik zit in een soort reggae- strandtent met Wifi dit verslag te typen. De campingbaas lijkt (zij het wat ontijdig) toch nog gelijk te krijgen. De zon schijnt, achter een dun laagje wolken. Voor morgen voorspellen ze dit weer met 25 graden, dan hoor je me weer niet. Morgen ga ik verder naar het noorden. Eerst naar Biscarosse en de dag erna naar het Bassin d’Ararchon. Daarna verder tot ik bij Royan eindelijk de Gironne over kan (weer een stukje smokkelen met een boot). Maar dan zijn we inmiddels 220 kilometer verder. Net voordat ik dit verslag wil posten krijg ik een mailtje van Marieke met een heleboel suggesties voor mijn vervolgroute. Dus wie weet wordt het wel niet Bicarosse, maar een ander mooie plek in die buurt.

  • 16 Juni 2011 - 19:34

    Mariek:

    Nou Wil, ik vind echt je beslissing om huiswaards te gaan heel sterk! Je ging juist om dit soort beslissingen te kunnen maken op pad, volgens mij. Maar ja logisch dat je nog even ging twijfelen, maar dat is nu voorbij en je kan je neus achteraan gaan. En jij gaat gewoon een andere keer op pad met die Jacobsschelp. Ik begrijp dat je toch al richting zee bent gegaan. Ben je ook af van al die pelgrims! Hoop dat je morgen in oceaan kan zwemmen! Of althans pootje baden. Eeen goede nacht en morgen were een fijne fietsdag! Groeten van Wim, Mariek

  • 16 Juni 2011 - 20:25

    Harrie Hendriks:

    Hoi Wil,
    Je wilde toch een eind fietsen? Hier ben je mee bezig. Eerst was het doel Portugal. Dit doel raakte je tijdens je toertocht een beetje uit het oog. Nu heb je gekozen om je doel bij te stellen en is je doel weer sterk aanwezig en dit is wat je wil. Naar huis, fietsend! Een heel mooi doel om naar uit te zien. Naar je gezin, die naar je uitkijkt.
    Wil, dit doel ga je halen, zonder problemen, want dit is wat je wil. Fietsend een doel bereiken!
    Zet hem op!!

  • 16 Juni 2011 - 22:06

    Sjef Lolkema:

    Hoi Wil,
    Je avontuur blijft geweldig. Oké, niet naar Portugal maar het fietsen, genieten van hetgeen je tegen komt op je pad, het alleen zijn, jezelf tegenkomen, medereizigers tegenkomen; volgens mij voldoet deze reis aan al jouw eisen en wensen. Veel succes en sterkte en ik hoop dat het bij die ene lekke band blijft!
    Groeten, Sjef

  • 17 Juni 2011 - 07:18

    Geridderde Vrienden:

    Hey Wil,

    Toch weer mooi om te lezen: de bijzondere ontmoetingen die je op je pad treft. Toeval? Blijf ervan genieten. Deze momenten zijn onbetaalbaar. De twijfel die even binnensluipt wel of niet richting zuiden is begrijpelijk, maar hou wijselijk vast aan je genomen besluit. De Jacobsroute ligt er over een aantal jaren ook nog wel en wie weet loop je dan met de wandelstokken en met zijn tweetjes een deel van deze route en geniet je samen op een bankje van het uitzicht. Nu de focus op Beuningen.
    Wil: pas goed op jezelf - hef het glas na iedere rit en een goede rit huiswaarts

    De Geridderde Vrienden van Oranje
    Rob

  • 17 Juni 2011 - 18:27

    Mike:

    Wil jongen,

    Volg ik je een paar dagen niet, krijgen we deze verrassende ontwikkelingen. De kersen raakten natuurlijk op in de zuidelijke regionen. Tja, en dat wreekt zich bij een Kersemakers.
    Maar alle gekheid op een stokje, ik kan het me heel goed voorstellen en vind het een dapper besluit. Bovendien vind ik een fietsende terugtocht, hoe dan ook, een mooiere afsluiting dan een terugtocht per trein of vliegtuig. Juiste keus dus. Houd de moed erin! Een beetje zon zal daarbij wel helpen, dus ik wens je mooi weer.

    Groet,
    Mike

  • 18 Juni 2011 - 13:06

    Doreen:

    hoi grote broer,
    Dat het gelukspoppetje van Yente het nog doet is wel duidelijk....je bent met een prachtige trektocht bezig. Maakt niet uit waar je uitkomt, Nazare of Beuningen! Je schrijft dat het om het onderweg zijn gaat. En zo is 't! Je moet je gevoel volgen. Vertrouw er maar op dat je op de goede weg zit!
    Heel veel dikke kussen oet Aelse,
    Hennie, Doreen, Yente, Kyra & Rens

  • 19 Juni 2011 - 15:31

    Marian Hooijman:

    Hoi Wil, het was er nog niet van gekomen je te mailen maar heb wel al eerder enkele van je verslagen gelezen.
    Bijzondere reis heb je/maak je, je komt jezelf tegen in goede en slechte dagen terwijl je blijft doorgaan. Spirit noemen ze dat.
    Doelen zijn geen keurslijf; wel handig om in beweging te komen en richting te bepalen. Is bij jou geen gebrek aan.
    Goede reis verder

    groeten Marian

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Wil

Actief sinds 06 April 2011
Verslag gelezen: 186
Totaal aantal bezoekers 36995

Voorgaande reizen:

02 Augustus 2021 - 31 Oktober 2021

Viagem em direcçāo a Lisboa

21 Juli 2015 - 25 Juli 2015

Naar de bronnen van de Maas...

09 Mei 2011 - 15 Juli 2011

Beuningen- Nazaré

Landen bezocht: