De prairie - Reisverslag uit Amiens, Frankrijk van Wil Kersemakers - WaarBenJij.nu De prairie - Reisverslag uit Amiens, Frankrijk van Wil Kersemakers - WaarBenJij.nu

De prairie

Door: wilopweg

Blijf op de hoogte en volg Wil

03 Juli 2011 | Frankrijk, Amiens

Dag 52 tot en met 55; woensdag 29, donderdag 30 juni, vrijdag 1 en zaterdag 2 juli 2011

Huishoudelijke mededelingen/ managementsamenvatting:
1. Woensdag 29 juni: Cloyse sur le Loir- Chartres
Vandaag heb ik 63,5 moeizame kilometers gereden in net geen 4 uur. Veelal de wind schuin van voren, over de vlakte met lange, rechte wegen door oneindig graanland. Wegen die maar op en af blijven gaan.

2. Donderdag 30 juni: rustdag Chartres

3. Vrijdag 1 juli: Chartres- Verneuil sur Seine
Vandaag heb ik 98,5 kilometer gefietst in 4 uur en 3 kwartier. Voorwaar geen snelheidsrecord. Debet toch nog steeds de tegenwind over de vlakte zonder enige beschgutting. Vooral in de middag wakkert de wind aan en het blijft maar op en neer gaan.

4. Zaterdag 2 juli: Verneuil sur Seine- Bresles
Vandaag heb ik maar 78 kilometer gefietst in 5 uur 20 minuten: moeizaam en zwaar. De wind over de vlakte, het op en af gaan. Daarbij in het ochtenddeel ook nog eens wat extra klimmetjes. Eerst het Seinedal in, dan de Seine oversteken en vervolgens het Seinedal weer uit. Het is lekker fietsweer. Tegen de 24 graden. Alleen die tegenwind. Op het eind van de middag voel ik me gesloopt. De laatste loodjes wegen inderdaad erg zwaar. Wat me op de been houdt is dat ik weet dat het einde nadert. Na vandaag staat de teller op 3.554 kilometer.

Woensdag 29 juni:
Het verslag van vandaag kan ik kort houden. Er is niet zo bar veel te vermelden. Vanochtend gunde ik me wat langer tijd, want ik hoefde per slot van rekening niet zoveel kilometers. Dus rustig spullen en tent inpakken, ‘café au lait’ bij de plaatselijke bar, een croissant voor de eerste meters en weg uit Cloyse sur le Loir zonder e.

De eerste 10 tot 15 kilometers zijn leuk fietsen. Een beetje op en neer langs het riviertje, wat chateautjes en een enkel dorpje. Na 15 kilometer arriveer ik in Chateaudun. Aan de ingang van de stad is een LeClerc en ik wil mijn laatste Michelinkaarten van Noord Frankrijk scoren. De LeClerc is daar een zeker adres voor. Als ik weer uit de winkel kom blijkt mijn fiets omgevallen langs de paal waaraan ik hem vast had gemaakt. Ik moet alle moeite doen om het ding incluis bagage op te tillen en mijn sleutel in het slot te krijgen. Bij die poging buigt die sleutel vervaarlijk krom. Net als zijn compaan een paar weken geleden en die is sindsdien reservesleutel. Ik vervoeg mij bij de bij Leclerc inpandige sleutelspecialist. Hij bevestigt wat ik al vermoedde: fietsensleutels hebben ze niet in Frankrijk en ze worden daarom ook niet nagemaakt. Rechtbuigen dan? Tja dat kan hij proberen, maar er is een groot risico dat hij dan breekt. Ik waag het er niet op. Ik ga nogmaals de LeClerc binnen en koop een nieuw hangslot voor de rest van de reis. Ik bedenk dat ik er vanaf nu vooral aan moet denken mijn beugelslot niet meer te gebruiken. Met die gedachte maak ik mijn slot nog een keer open en in die poging sneeft mijn sleutel in de strijd. Gelukkig wel nadat het slot was opengesprongen.

Opgelucht zet ik mijn tocht voort. Ik kom door het centrum van Chateaudun en zie van een afstandje een heel mooi kasteel en een kerk van een afstandje. Maar ik besluit dat ik al voldoende tijd kwijt ben. Ik moet vandaag immers nog een kilometer of 50. Deze sla ik over voor een volgende keer. Na Chateaudun kom ik na een kilometer of 8 nog één noemenswaardig plekje tegen (Bonneval). Hier drink ik een koffie op een terras. Even later strijkt een Belgische fietser naast mij neer (op weg naar Santiago). Ook nu weer veel informatie over en weer. Waar ga je naar toe? Waar kom je vandaan? Moet ik ergens op letten? Pas op dat… Tijdens die kop koffie rookt hij vier sigaretten. Ik wil hem net gaan vertellen dat hij wel wat conditie nodig zal hebben tegen dat hij bij de Pyreneeën is. Maar op dat moment strijkt er nog een Belgische fietser op het terras neer. Het is overduidelijk dat ze elkaar al eerder hebben ontmoet. De nieuwe Belg tegen de ander: “Dat gij al hier zijt, met zoveel als gij rookt zout ge toch achterop moeten raken.” Ik laat het verder aan de Belgen over.

Na Bonneval is het alleen nog maar aaneengesloten akkerland, heel veel graan, tarwe, gerst, rogge, grasachtigen die ik niet herken, maïs (is maïs eigenlijk graan?). Zonnebloemen. En koolzaad natuurlijk, al dan niet geoogst. En als ik zeg aaneengesloten, dan bedoel ik aaneengesloten. Het gaat achter elkaar door. Daarbij gaat de weg wel rechtdoor, maar ook op en neer, en daar waar het niet op en neer gaat, rij ik (vooral de laatste 20 kilometers naar Chartres) over lange venijnige stukken vals plat naar boven (althans zo lijkt het) én de wind schuin van voren. Ik vermoed achtreraf dat het met dat vals plat wellicht wel meevalt. Wat niet meevalt is het feit dat de wind vol vat op je krijgt over de enorme vlakte die zich voor je uitstrekt. Bovendien gaat naar beneden met een volbeladen fiets in mijn geval tot 5 x sneller als naar boven. Dat betekent dat ik voor 6 minuten dalen een half uur moet klimmen. . Ik herhinner me die vijf minuttjes achteraf meestal veel minder. Wellicht dat het ook met de afgelopen dagen te maken heeft. Temperaturen tegen de 40 graden en in drie dagen bijna 300 kilometer afgelegd. Daar moet ik vandaag voor boeten zo lijkt het. Van al dat graan krijg ik pap in de benen.

Uiteindelijk kom ik echter in Chartres. De kathedraal torent al tien kilometer voor de stad hoog boven het graan uit en komt heel erg langzaam dichterbij. Ik vind de camping vlotjes aan de ingang van de stad, vlak bij het centrum. Morgen zal ik nog een laatste rustdag nemen. Ik wil Chartres rustig bekijken en ik moet ook vooral dringend nog een keer wassen. Zo wil je namelijk niet thuiskomen. En ik wil de route voor de laatste etappes bepalen.

Donderdag, 30 juni:
Vandaag ben ik mijn rustdag begonnen met uitslapen. Vervolgens heel rustig opgestaan en gereed gemaakt voor mijn bezoek aan de kathedraal. Waar kennen we Chartres immers anders van? De weg naar het centrum is niet eenvoudig te vinden. Het is een rommelige stad. Daar waar de Fransen toch al niet uitblinken in duidelijke aanwijzingen voor toeristen en andere vreemdelingen, doet Chartres daar een schepje bovenop. Hier zijn helemaal geen aanwijzingen. Ook niet naar het ‘Office du Tourisme’. Ook lokale passanten kunnen mij niet vertellen of er zo’n office is. Let wel, we hebben het hier over de stad met één van de belangrijkste en bekendste kathedralen ter wereld. Noem er tien en Chartres zit erbij. Uiteindelijk loop ik het ’Hotel de Ville’ binnen, waar ze me vertellen waar het office zit.

En dan de kathedraal. Hij wordt gerestaureerd. En dat is jammer, want daardoor zie je ‘a l’interieur en a l’exterieur’ overal steigers en doeken. Van binnen is het hele koor afgesloten. Dat neemt niet weg dat dit wel een hele mooie kathedraal is. Het noord portaal is zo goed als gereed en dat geeft een goede indruk hoe de kathedraal er straks helemaal uit komt te zien en hoe hij er ooit uit heeft gezien. Althans daar ga ik van uit. De beelden en bogen zien er indrukwekkend uit. Ik bedoel maar, tegenwoordig kunnen ze met al hun techniek weer alles mooi schoon- en heel maken. Een eeuw of 6, 7 geleden hebben ze dit met een hamer en een beiteltje allemaal zitten uittikken en met een veiltje en wat schuurpapier zitten polijsten.

Van binnen is de kathedraal een verhaal op zich. Het gewelf boven het koor is gereed en weer helemaal licht. De rest van het gewelf is nog donker. Door het verschil zie je hoe het was en hoe het zal worden. En dat gewelf is (gerestaureerd of niet) enorm hoog. De pilaren blijven zich maar naar boven strekken. De ramen (ook hier de een gerestaureerd, de ander nog niet) zijn vol licht en kleur, en verhalen over heiligen en bijbvelzaken. Deze kathedraal is dan wel gotisch en hij haalt het wat mij betreft niet bij de Vrouwe in Poitiers. Maar dat is een kwestie van smaak. En mijn voorkeur gaat nu eenmaal uit in de richting van het eenvoudigere Romaanse in plaats van deze uitbundige gotiek. Maar in zijn soort is dit natuurlijk wel ‘formidable’ zoals ze hier zeggen.

Ik heb een paar dagen geleden geschreven dat ik merkte dat het seizoen verandert, sinds ik vertrokken ben, net als het landschap. In het oosten rook ik het koolzaad, hier is het geoogst. In het oosten zag ik langzaam wijnranken verschijnen in het landschap, nu weer verdwijnen. Er is nog een verandering: in het noordoosten (Metz) ging ik naar mijn eerst gotische kathedraal op deze reis. Vervolgens zakte ik af naar Bourgondië waar de gotiek overging in Romaans. In het Middellandse zeebekken vervolgens verschenen naast Romaanse gebouwen, overblijfselen van de Romeinen. In de Pyreneeën en de weken daarna was ik in een streek waar Romaanse kerken de boventoon voerden. En nu, nu ik weer in de buurt van het noorden en met name Parijs kom, is er weer sprake van (hoog)gotiek. Je kunt bijna aan het veranderen van die overheersende bouwstijlen zien dat de macht in dit land kloksgewijs mee verschoof in de loop van de geschiedenis.

Dan nog een overpeinzing bij het zien van de zoveelste houten Santiagopelgrim en de wandelpaden die hier in Chartres om de zoveel 100 meter bezaaid zijn met blauwe Jacobsschelpen. Morgen begin ik aan mijn laatste week (misschien eentje van 8 dagen) van deze reis. Volgende week vrijdag hoop ik toch echt thuis te zijn. Tegen die tijd zal ik zo’n 4.000 kilometer gefietst hebben, heel wat meegemaakt en veel gezien. Net als die duizenden Santiagogangers die vergelijkbare afstanden afleggen en mooie en minder mooie dingen meemaken. Elk van hen bewonder ik, omdat men aan een reis begint en zover reist als de persoonlijke omstandigheden toelaten en soms net wat verder. Ik kan met enig recht zeggen dat ik weet waar velen doorheen gaan.

Ik wil hier echter ook wel een frons laten zien bij de Santiagogekte die hier en daar lijkt te bestaan. Of eigenlijk twee fronsen. De eerste betreft ons fietsers en wandelaars op weg naar Santiago of Rome of Beuningen of vergelijkbaar ver doel. Wij hebben de neiging om ons te vergelijken met die pelgrims die in voorbije eeuwen langs de wegen trokken. Vaak jaren deden om in Santiago te komen. Soms dagen en weken liepen zonder geregeld onderdak of voedsel. Ik vind dat toch anders dan op je op maat gemaakte fiets met Rohloffnaaf en GPS- apparaat door Frankrijk koersen: van hypermarché, naar Boulanger, naar ‘chambre d’hote’.

Het blijft knap maar het zijn geen vergelijkbare grootheden. Zeker niet omdat ik de laatste dagen nogal wat mensen tegenkom die de camino in jaarlijkse delen afleggen, als een soort vervolgverhaal. Daar is natuurlijk helemaal niets mis mee, want je komt door prachtige delen in Frankrijk en Spanje, maar de oorspronkelijke camino en de idee daar achter zijn al een aardig eindje verwijderd. Ook kwam ik de afgelopen weken mensen tegen die de camino even deden, omdat ze dat nog moesten doen. De marathons van New York, London en Parijs waren al gelopen, een triathlon had men ook al achter de kiezen, er was al parachute gesprongen en geparapent en nu dus de camino. Afstrepen van die ‘bucket list’. Opdat ze volgend jaar de wereld rond kunnen zeilen.

Een tweede frons betreft de functie die de camino heeft in de streken waar hij doorheen komt. De camino als zodanig staat op de werelderfgoedlijst van de Unesco en is een beschermd cultureel fenomeen. Daar is niets mis mee. De camino heeft in de voorgaande eeuwen een belangrijke rol gespeeld bij de verspreiding van ideeën, kennis, mensen, etc. Maar ik bedenk dan ook altijd maar dat elke stad waar die doorheen komt belang heeft om te claimen dat ze aan de oorspronkelijke Camino liggen. Er zijn kerken, pelgrimshuizen die hun eigen stempeltje hebben en dat lijkt me voor de hand te liggen. Maar ook restaurants, hotels, chambre d’hotes hebben die inmiddels laten maken. Ik wil niets af doen aan historische, religieuze of culturele claims. Maar natuurlijk zijn er ook gewoon economische belangen in het spel. De toeristenindustrie vaart er wel bij. De pelgrim van vandaag de dag heeft vaak één en ander te verteren. Daar waar de pelgrim vroeger, uit religieus besef werd gelaafd, gespijsd en onderdak geboden, wordt er nu vaak goed geld aan verdient.

Wat ik misschien wel wil zeggen is dat we niet uit het oog moeten verliezen dat, net als het geval is bij Rome, alle wegen naar Santiago de Compostella leiden. En soms hoeft een persoonlijk camino niet eens naar Santiago te leiden.

Vrijdag 1 juli; Chartres- Verneuil sur Seine
Ook dit is zo’n dag dat het verslag heel kort kan blijven. Wederom was er veel te fietsen en weinig afleiding en afwisseling. Hoewel het landschap duidelijk afwisselender was als de dag naar Chartres. De dag weg van Chartres rij ik eerst 40 kilometer langs het riviertje de Eur. Mooi dalletje, redelijk volgebouwd. Op gezette afstanden een dorpje met bar-tabac. Wel wat op en neer, wat wil een mens nog meer. Hoogstens dat het noordenwindje afneemt.

Dat doet dat windje echter niet. Hij wakkert in de middag verder aan. Tegen de middag kom ik weer op de vlakte (ze noemen die hier heus Prairie, een mens zou kuddes bizons gaan verwachten) met graan, maïs, koolzaad, wat bieten en aardappelen en de wind staat vol in mijn gezicht. De camping op 120 kilometer die ik stiekem in gedachten had voor vandaag laat ik varen. Gaat niet lukken. De camping op 70 kilometer laat ik links liggen: te vroeg. Ik wil naar huis. Het hotel op 80 kilometer dat ik op internet had gezocht en waar ik langs kom, negeer ik. Dan blijven er drie campings over op zo’n 90- 100 kilometer in de buurt van de Seinne. En verder zijn er in deze contreien geen campings.

Ik bevind me in druk, industrieland aan de Seine, ten westen van Parijs. Ik kom langs een enorme Renaultfabriek en nog zo wat van die giganten. Uiteindelijk weet ik de ‘peage’, de autowegen en de drukke ‘Route Nationals’ die hier door elkaar heen kriskrassen grotendeels te vermijden. Ik kom in het eerste dorp waar één van die campings zou zijn. Ik moet linksaf de berg af om naar het centrum te gaan. Het tweede dorp waar een camping zou zijn is rechtdoor. Ik verstoot tegen de fietswet 1a van Wil: ga nooit een berg af als je niet zeker bent dat je beneden wil of moet zijn. Fietswet 1b is overigens gelijkluidend met één verschil dat waar in 1a staat bergaf, in 1b staat berg op. Hoe het ook zij, ik dender de stevige berg af richting Seinedal. Ik zal genboeg hebben gehad van de hooggelegen vlakte met graan.

Ik fiets zo tegen de Mairie aan die nog open is en besluit mijn licht op te steken. ‘Un camping monsieur? Ici?’ Welnee! Of ja toch. Er wordt een kadastrale kaart bij gehaald en dan blijkt de camping waarvan de medewerkers van de Mairie dachten dat die in het tweede dorp zou liggen wel degelijk in hun dorp ligt. Zo wordt ik bestraft vanwege het verstoten tegen mijn eigen fietswet. Ik moet die hele heuvel weer op. Bovengekomen sla ik de richting in van het tweede dorp en na 300 meter is de camping. Waarom geen bordje denkt een Nederlander dan.

Dat wordt duidelijk als ik de camping op probeer te komen. Rondom zitten alle hekken dicht. Ik zie wel wat oude en aftandse caravans, maar er beweegt verder niets en ik hoor ook niets. Dan verschijnt er een mevrouw met een hondje op een paadje. Sigaret in de hand, duster aan, krulspelden in. Zo’n mevrouw. Ik aarzel maar roep toch. Zonder er blijk van te geven dat ze me gezien heeft begint ze hard te roepen naar ene Yves.

Ik had toen moeten opstappen en naar de tweede camping rijden. Maar ja er zitten al tegen de 100 kilometer op en voor deze camping heb ik wat moeite gedaan. Na lang gegil van de vrouw in kwestie verschijnt Yves. Op zijn sloffen, sigaret in de mond. En het is niet zijn eerste aan zijn tanden te oordelen. En ook het wijntje dat hij waarschijnlijk net in de steek heeft gelaten is niet het eerste van de dag te oordelen aan het parfum dat hij meedraagt.

Dat neemt niet weg dat Yves uiterst behulpzaam is. Hij doet het hek van het slot en geeft me meteen een sleutel zodat ik er in en uit kan. Hij slooft zich uit om me het beste emplacement te geven. Dat is groot en vol schaduw, niets dan lof daarvoor. Als ik vraag of ik mijn mobieltje ergens kan opladen komt hij terug met een haspel met 40 meter verlengkabel die hij naast mijn tent zet, netjes en al ingeplugd. Of ik er wel aan wil denken het ding droog te zetten als het gaat regenen. Ik kan slechts hopen dat het niet gaat regenen. De haspel is zo groot in vergelijking tot mijn tentje, dat in geval van slecht weer het ding of ik nat gaan worden. Iki heb de keuze al gemaakt voordat Yves me meeneemt om het sanitair te showen: ‘C’est ne pas neuf, neuf, mais il es propre.’ En daarmee slaat hij de spijker op z’n kop. Als het op betalen aankomt geeft hij niet thuis. Dat is voor de ‘patron’ en die komt om 9 uur pas thuis.

Ook de andere gasten van de camping mogen er wezen. Nog voordat ik de tent uit de zak heb staat één buurman al gereed met een hamer. Hij vraagt honderduit. Wat ik aan het doen ben, waar ik vandaan kom. Als blijkt dat ik Nederlander ben komt hij pas goed los. Hij heeft in Born bij de DAF gewerkt en in Sittard gewoond (een half jaar), hij heeft in Groningen gewerkt en Delfzijl en in Eindhoven en in Genk. Dat ligt ook in Nederland dat weet hij zeker en wie ben ik om tegen te spreken. Uiteindelijk heeft hij een hamer en ik niet. Onderwijl verschijnt ook de andere overbuurman die zijn was nog over mijn hek heeft hangen. Het is een beetje viezige, dikke man en ik ben blij dat zijn was weg is. Hij voert vijf katten aan een lijntje mee. Huisdieren moeten aan de lijn. En dan die mevrouw van daarstraks nog en een andere mevrouw van vergelijkbaar allooi. Om 8 uur dendert er een werkbusje het terrein op en vier caravans verderop installeren zich een aantal Albanezen of Roemenen, als het tenminste geen Bulgaren zijn. De muziek gaat op luid en daar proberen ze al zingend bovenuit te komen. Ik zit dit om een half elf te typen en inmiddels is de muziek keurig uit. Staat immers ook zo in de reglementen van de camping.

Echt zo’n camping om maar vroeg te gaan slapen en morgen vroeg op en ‘en route’. Dat kan ook want Yves is me komen halen om de patron te betalen en dat heb ik netjes gedaan. Morgen naar Beauvais. De camping aldaar lijkt niet erg aantrekkelijk volgens de hulptroepen. Een camping 15 kilometer van Beauvais vandaan, in Bresles wel. Dat gaat het dan maar worden. Maar ook dat pas na 80 kilometer fietsen.

Zaterdag, 2 juli:
Alles wat ze zeggen over laatste loodjes klopt. Het valt zwaar, het dagelijkse zoeken naar een overnachtingsplek, de dagelijkse besognes (boodschappen, koken, het kiezen van een restaurant), het alleen zijn. En de laatste dagen ook het fietsen. Het lijkt of ik door stroop heen moet. De tegenwind van de laatste dagen en de prairie zonder beschutting voor deze eenzame fietser wreken zich. Vandaag is het landschap ´s ochtends wel wat afwisselender, er is wat bos en ik kom door een paar mooie dorpjes heen. Ik vermoed dat hier de ´fine fleur´ uit Parijs zo wat optrekjes heeft staan. Er is in de dorpjes alleen zo verrekte weinig te beleven. Uitgestorven. Zelfs op zaterdag.

Vandaag was qua fietsen het ultieme afzien. Nog nooit (zelfs niet op de Mont Ventoux) was mijn uurgemiddelde lager dan vandaag. Je kijkt voortdurend een voor je gevoel vlakke weg af en toch ga je niet harder dan 10 of 12 kilometer per uur. En dat de hele dag. Op enig moment dacht ik dat het aan mij of de fiets lag. En er is niets of niemand aan wie je het kunt vragen of aan wie je het kunt meten. In Nederland is er altijd wel een fietser voor of achter je waaraan je kunt zien dat die dezelfde moeilijkheden heeft. Hier dus niet. Op een gegeven moment dacht ik dat ik gek aan het worden was. Dus ben ik bij een paal omgedraaid en 500 meter de andere kant op gereden om te zien hoe dat voelde. Over die afstand reed ik ruim 2 x zo hard, terwijl de weg voor mij er precies eender uitzag.

Alsof de duvel er mee speelt kan ik de afgelopen twee dagen niet op internet. De camping van gisteren zit nog in het stenen tijdperk. Die van vandaag is speciaal uitgezocht op haar Wifi- aanbod, maar dat blijkt net vandaag niet te werken. En dat terwijl het zo lekker is om na een dag fietsen even te kijken wie of er gereageerd heeft, of er mailtjes zijn. Maar ook is Wifi lekker om te zien waar ik de dag erna zal slapen. Vooral nu ik zo moe begin te worden en morgen (Amiens) perse weer in een hotel wil. Even bijkomen van de vermoeienissen.

En eigenlijk zit daarmee het verslag van vandaag er op. Wat nog bijzonder is dat toen ik uit het Seinedal klom (da’s nog een behoorlijke klim) een mooie blik over het uitgestrekte land kreeg met helemaal in de verte de skyline van Parijs met Eifeltoren. Verder ben ik vandaag vooral bezig geweest met naar het noorden gaan. Meter voor meter. Er is geen tijd en vooral geen energie om dingen te gaan bekijken, om me nog te verwonderen over iets. Foto’s te maken. Ik ben vooral bezig met thuis raken. ‘C’est ca’.

  • 03 Juli 2011 - 21:33

    Luc:

    Hoi Wil,
    Weer effe een berichtje vanuit het zonnige Puth in het zuiden van Nederland, een dorpje waar je vroeger vanuit de tuin, tussen de boomgaard, bij jullie thuis naar toe kon kijken.
    Ik zie wel dat je veel belangstelling hebt voor allerlei soorten kerken, Romaans, Gotisch het kan niet op. Wat ik me wel afvraag is hoe je dit zo lang kunt volhouden, als ik 3 dagen van huis ben vind ik dat al ene hele prestatie. Nou jij bent al ruim 55 dagen onderweg, petje af.
    Afgelopen week hebben Astrid en ik, na ruim 1,5 jaar, weer eens de fiets gepakt en zijn gaan fietsen. Nou we zijn richting Doenrade gefietst en vervolgens via de Wintraak naar Munstergeleen. Thuis bij mijn moeder uitgepuft (we hadden vrijwel alles bergaf). Via het "Hetje" zijn we vervolgens weer huiswaards gekeerd en o, o, o wat was ik blij toen ik thuis weer in mijn luie stoel kon gaan liggen. Nou ik wil niet ruig doen maar we hadden bijna 8 km gefietst, das een hele prestatie niet?
    Zo dat is wel iets anders dan 3600 km die jij erop hebt zitten (toch bijna 0,23% van jouw stukkie).
    Wil, nog even en dan mag je ook thuis in je luie stoel vallen en uitrusten, ik denk dat je best wel verwent zult worden thuis.

    Succes de laatste dagen en volhouden, tandje bij!

    Groetjes,

    Luc

  • 03 Juli 2011 - 22:18

    Harrie:

    Hoi Wil, het is op dit moment wederom laat als ik je verslag lees.(00.15 uur)
    Wil, laat je er niet onder krijgen, die laatste kilometers redt je wel. Die doorzetter ben jij wel.
    De drang om naar huis te gaan is groot. Het zal niet van een leie dakje gaan. Maar jij gaat dit halen.
    Denkend aan thuis, aan diegene die op je staan te wachten, geven je vleugels.
    Nog een weekje fietsen (is voor mij makkelijk gezegd) en je bent weer bij je gezin, je familie, je vrienden en in Beuningen.
    Wil, neem een lekker glas wijn en eet iets hartigs, duik in je bed en rust goed uit. Morgen is er weer een nieuwe dag. Maar voor nu vergeet even alles wat je al hebt meegemaakt en denk alleen waar je naar toe fietst. Dat is je doel en dat ga je halen.
    Wil, succes voor morgen. Hopelijk een fijne fietsdag.
    groeten uit Wijchen

  • 04 Juli 2011 - 06:19

    De Mannen Van De Tun:

    Hoi Wil
    Wat een prestatie zeg.
    Maar laat de laatste kilometers je niet gek maken.
    Niets forceren en vooral genieten van de mooie momenten.
    vergeet vooral niet van de laatste stukken photo's te maken anders is je verslag dadelijk niet compleet
    Denk maar zo je kunt altijd altijd vragen of we je met de-tun bus tegemoet moeten komen.
    Ik heb al eens eerder een gestrande forens van de waalkade gepikt

    Groet Nico

    PS Je fiets heeft in ieder geval een verwenbeurt van ons te goed


  • 04 Juli 2011 - 07:24

    Alex:

    Hallo Wil,

    Diep respect voor de prestatie die je geleverd hebt. Ik hoop dat je hier vooral met plezier aan terug zal denken, en kan me heel goed voorstellen dat je verlangd naar huis.
    Nog even doorzetten, en dan ben je mooi op tijd terug voor de 4daagse.

    Groetjes en tot op de volleybal,

    Alex

  • 04 Juli 2011 - 12:03

    Elisa Jolink:

    Tja, waar een Wil is is een weg...
    Je lot is precies zo zwaar als je dragen kunt, dus ook dit laatste stukje ga je redden, met rechte rug en goed gemoed.
    Wat zullen de Betuwse kersen zoet smaken, wat zullen de armen van je lief goed aanvoelen, wat zal je eigen bed een wolk voor je zijn...
    Een prachtige prestatie, nu al, wat een avontuur om mee te nemen de rest van je leven.
    Je kunt ons straks met wijsheden overladen (practice based!) en ons laten relativeren als we weer eens totaal over het flosje gaan vanwege begrotings-, verbouwings- of anderszins van levensbelang zijnde kwesties.
    En wat zien we en naar uit om je in september (of wat eerder, voor die heerlijke automatenkoffie) weer te begroeten.
    Keep up the spirit en anders laat 'm even overvliegen vanuit Santiago, anyway, houd de focus op je beloofde land, dat natuurlijk in jezelf zit ( zie reisverslag).
    Lieve Wil, heel veel kracht en vooral plezier bij deze komende etappe.


  • 05 Juli 2011 - 10:11

    Geridderde Vrienden:

    Hey Wil,

    Wat een bijzondere mensen ben je weer tegen gekomen de afgelopen dagen. Toeval of voorzienigheid? Dit ter overdenking! Je bent nog niet thuis, dus wellicht heb je de komende dagen nog meerdere bijzondere ontmoetingen. Geniet hiervan. Zoals je weet is het Europees Kampioenschap Voetbal in 2016 wederom in Frankrijk. Als bestuur van de Geridderde Vrienden van Oranje zijn wij op zoek naar accommodaties om de Vrienden in onder te brengen. Na je belevenissen op de camping te hebben gelezen zou dit bij uitstek een plek zijn om de Vrienden onder te brengen of maken we dan geen vrienden???? Zet 'm op Wil, de tegenwind kan ook zo zijn voordelen hebben - je beseft dat je door moet om thuis te geraken. Zo heeft ieder nadeel zijn voordeel. Nog even volhouden jongen.............
    Wil: pas goed op jezelf - hef het glas na iedere rit en succes de komende ritten.

    De Geridderde Vrienden van Oranje
    Rob

  • 05 Juli 2011 - 20:04

    Mike:

    Hé Willem,

    Eerlijk is eerlijk, ik zou ook niet vrolijk worden van die wegen langs uitgestrekte koolzaad- of graanvelden. De foto's spreken boekdelen. Dit is letterlijk blik op oneindig, verstand op nul en proberen niet gek te worden. Niet te vaak terug fietsen dus...
    Er zijn onder jouw volgers natuurlijk mensen die jou heel goed en beter kennen dan ondergetekende. Middels jouw reisverslagen heb je een mooi dagboek voor jezelf en voor mij in ieder geval een stukje persoonlijkheid prijsgegeven. Dank daarvoor. Lijkt me leuk elkaar weer 'live' te spreken in het Ubbergse. Hou je haaks!

    Groet,
    Mike

  • 05 Juli 2011 - 20:23

    Monique Smits:

    Hallo Wil,

    Met regelmaat heb ik je verslagen gelezen en ben onder de indruk van de prestatie die je hebt geleverd! Het leek me moeilijk om voor de terugweg nog (dezelfde) motivatie op te brengen, maar je hebt hetgewoon gedaan en bent nu bijna thuis. Geweldig. Kun je het straks, als je lekker thuis zit en je boek met reisverslagen doorleest (want je gaat het toch wel uitgeven?) zelf nog geloven dat je dit allemaal gepresteerd hebt. Je kunt heel trots zijn op jezelf. In Paulo Coelho's de alchemist trekt de hoofdpersoon steeds verder, op zoek naar een schat, om als hij terug is te ontdekken dat de schat al die tijd in hemzelf zat. Ik zult die schat inmiddels ook ontdekt hebben!

    Groeten en succes met het laatste stuk!


Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Wil

Actief sinds 06 April 2011
Verslag gelezen: 845
Totaal aantal bezoekers 36992

Voorgaande reizen:

02 Augustus 2021 - 31 Oktober 2021

Viagem em direcçāo a Lisboa

21 Juli 2015 - 25 Juli 2015

Naar de bronnen van de Maas...

09 Mei 2011 - 15 Juli 2011

Beuningen- Nazaré

Landen bezocht: