Kastelen in de hitte - Reisverslag uit Parijs, Frankrijk van Wil Kersemakers - WaarBenJij.nu Kastelen in de hitte - Reisverslag uit Parijs, Frankrijk van Wil Kersemakers - WaarBenJij.nu

Kastelen in de hitte

Door: wilopweg

Blijf op de hoogte en volg Wil

29 Juni 2011 | Frankrijk, Parijs

Dag 49 en 50, zondag 26, maandag 27 en dinsdag 28 juni 2011

Huishoudelijke mededelingen/ managementsamenvatting:

1. Zondag 26 juni: Poitiers- Chinon
Vandaag heb ik precies 100 kilometer gefietst in ruim 5 uur. Met name het ochtenddeel was zwaar en ging flink op en neer aan de oever van een riviertje. Toen ik eenmaal langs de grotere rivier de Vienne mocht rijden ging het van een leien dakje. Zij het wel een dakje waar je eieren op kon bakken. De temperatuur was boven de 35 graden.

2. Maandag 27 juni: Chinon- Amboise
Vandaag fiets ik 93 kilometer in 4 uur drie kwartier. Valt wel mee, zeker gelet op het weer. Nog warmer en vooral vochtiger dan gisteren en bovendien was er geen wind vandaag.

3. Dinsdag 28 juni: Amboise- Cloyse- sur- le- Loir
Vandaag was het te doen om 98,5 kilometer in iets meer dan 5 uur. Het weer viel alleszins mee, wel nog warm, maar minder dan de afgelopen dagen. De route vandaag leidde eerst van de Loire weg over een hoogvlakte met veel landbouw en toen terug haar het dal van Le Loir. Let wel da’s en ‘e’ minder en die telt. Na vandaag staat de teller op 3.312 kilometer.

Zondag 26 juni:
Het is zondag in Poitiers en alleen de ‘boulanger’ op het station blijkt open. Althans tenzij ik weer even naar boven fiets met mijn bagage. Ik sla in wat ik denk nodig te hebben deze dag. Voor de belangstellenden. Dat is altijd 1 baguette en 1 croissant (mijn trouwe volgers zullen dat laatste nu wel weten), daarnaast gaat er meestal wel een ‘pain aux raisins’ mee en een hartig iets. Vandaag was het quiche van Aubergine met geitenkaas. Dat is nog eens wat anders dan een frikandelbroodje van bakker Bart. En of ze hem warm voor me moest maken?

Verder is het erg stil als ik Poitiers verlaat en tot mijn teleurstelling en misrekening zijn de eerste 20 kilometer of zo toch erg op en af, ondanks dat de weg langs de rivier de Chaine loopt. Wel merk ik al gauw dat ik in kastelenland ben beland. De eerste bescheiden chateaus dienen zich aan. In het begin zet ik ze nog op de foto. Na een stuk of 4 niet meer. Vanaf nu moeten het toch echt knoeperds zijn. Na Chatelerault switch ik van rivier en volg ik de loop van de Vienne. De rivier waar ook mijn eindbestemming van vandaag (Chinon) aan ligt.

En verder gaat de aandacht vooral uit naar de hitte. Die wordt steeds erger. Er liggen steeds meer kleine vogeltjes voor de huizen. Tot de middag fiets ik stevig door. Ik kom een Santiagofietser tegen. Hij stopt. Want dat doen reizende fietsers die elkaar tegenkomen. Ik moet ook zeggen het kan niet missen als je een Hollander op een fiets tegenkomt. Je haalt ze zo tussen de Engelsen, Duitsers, Fransen en Amerikanen uit. Vraag me niet hoe, maar het is zo. Het heeft te maken met de fietsen waar ze op rijden, de bagage die ze meeslepen, maar vooral het air waarmee ze rondrijden. Een Nederlander op een fiets in het buitenland is zich er zo van bewust dat iedereen weet dat wij ‘het’ fietsland zijn. Wij zijn ‘the king of the road’ en zo rijden we dus ook rond. De man die ik nu tegenkom vraagt en praat honderduit. Ik ben blij met de afleiding en blijf even twintig minuten hangen. Ik trompetter mijn partijtje mee waar ik zoal geweest ben. Heb goede adviezen voor hem met betrekking tot de weg die voor hem ligt. En krijg dito terug. Zo hoort dat bij fietsers onder elkaar.

Daarna weer verder, totdat ik ergens aan de Vienne in een bos ga liggen en daar een uur uitgestrekt blijf. De kilometers daarna moet ik doseren. Tien kilometer per keer om precies te zijn en daarna van de fiets af, in de schaduw en veel drinken, heel veel drinken. Her en der vind ik kranen waar ik mijn flessen kan bijvullen. Met de 2,5 liter die ik standaard bij heb kom ik vandaag niet toe, ook niet met de 1,5 liter citrusdrank die ik voor vandaag extra had gekocht. En de nodige koffie die ik bij deze en gene bar-tabac bestel en er dit keer dan een karafje water bij krijg. De Fransen zien best wel dat ik het warm heb.

Later dan gepland kom ik Chinon binnen en natuurlijk valt met name het kasteel van de Engelse koningen op. De Engelse koningen? Jawel de Engelse koningen. Want die hebben hier een tijdlang (zo’n 100 jaar lang) geroepen dat zij hier eigenlijk de baas zijn. Ze installeerden zich in Frankrijk en hun hoofdstad was Chinon. Het was mevrouw d’Arc zelf die daar een eind aan kwam maken. Daar zal ze nog een klus aan gehad hebben, want het kasteel is een stevig ding en ligt knap hoog op een erg steile berg.

Om de toeristen op die berg bij dat kasteel te krijgen hebben de ‘fonctionaires’ van de gemeente bedacht om een lift tegen de helling aan te bouwen. Behalve dat het ding detoneert met de rest van de omgeving, ontneemt het je ook de kans om door de oude straatjes en steegjes van de oude stad omhoog te klimmen. Dat doet dan ook, behalve ondergetekende geen toerist, wat wel zo rustig is. Om volledig te zijn in mijn kennisoverdracht moet ik nog vermelden dat Chinon en omgeving, naast die Engelse koningen die hier verblijf hielden, eigenlijk net zo beroemd zijn omdat Rabelais hier geboren is. Rabelais? Ja zeker Rabelais, dat is zo’n beetje de Franse Erasmus. Voor meer informatie verwijs ik naar Wikipedia.

En dan het leuke moment van de dag. Terwijl ik op zoek ben naar een plek om wat te eten, wordt ik plotseling op mijn schouders getikt en vriendelijk toegelachen. Blijkt het de Engelse jongeman die ik op de camping in Lacanau heb ontmoet. Voor de trouwe volgers die gozer die met zijn vriendin van Alaska naar Vuureiland wilde fietsen en er halverwege achterkwam dat zij zwanger was. Hij en zij zijn via een totaal andere weg ook in Chinon beland en zitten nu op het belendende terras een pizza te eten. Ik schuif aan en we nuttigen een gezellig maal. Morgen gaan ze naar de overkant van de Loire. Daar blijkt haar moeder te wonen. Die heeft ze al twee jaar niet gezien en ze moet haar nog vertellen waarom het niet Vuureiland is geworden. Gek volk kom je zo onderweg tegen.

Maandag 27 juni:
Ik heb prima geslapen in mijn hotelbed, zij het dat mijn rug vreselijk aan het vervellen is, met bijbehorende jeuk. Ditmaal heb ik ervoor gekozen om te ontbijten. Op ‘booking.com’ werd dit hotel aanbevolen vanwege zijn zelfgemaakte jam. Dat wil ik natuurlijk graag meemaken. En jawel de madame van het hotel heeft lekkere jam gemaakt en er ligt nog een croissantje bij ook en ik mag baguettes naar hartenlust pakken. Dat scheelt een gang naar de ‘boulanger’ vandaag.

Maar niet naar de supermarkt. Op zondag zijn mijn voorraden uitgeput dus ik moet nieuw inslaan. Yoghurtjes, appel, perzik, fris, salami en nog zo wat van dat spul. En dan onderweg. De eerste 15 kilometer zullen het lastigst zijn, want dan moet ik van het dal van de Vienne naar de het dal van de Loire oversteken. En van dal naar dal oversteken betekent dus klimmen, op en neer. Na die 15 kilometer kom ik echter als vanouds op een ‘voie verte’ die ze boven op een dijk hebben gelegd. Links de rivier en rechts de weilanden, wat bos en een incidenteel kasteel. Het lijkt de Ooijpolder wel. Zij het dat dit 80 kilometer niet verandert en dat er in de Ooij geen kastelen liggen. Paleisjes hier en daar wel, maar geen kastelen. Wat betreft de kastelen aan die Loire. Daar valt nog wel wat van te zeggen. Ik kom er welgeteld twee tegen die echt aan de Loire liggen. Verder moet je overal een paar kilometer omrijden om bij zo’n slot te komen. En met deze hitte heb ik daar niet veel zin in. Dus feitelijk zie ik er twee. Maar ja, als je één slot hebt gezien,…..

Van de eerste klimmen heb ik het erg warm gekregen. Het loopt al weer over de 30 graden en als ik een stel koeien tot aan de knieën in het water zie staan, ga ik ze gezelschap houden. Ik zet de fiets tegen een boom, mijn zwembroek zit vast ergens helemaal onderaan, ik zie niemand die er aanstoot aan zou kunnen nemen en de dames 20 meter verderop blijven rustig staan herkauwen. Dus ik spring uit mijn kleren en in het water. Puur genot. Een paar rondjes peddelen in het heerlijke, frisse water.

Daarna weer verder over die ‘voie verte’, over die dijk. Een belangrijk verschil met de Ooijse banddijk is dat deze dijk niet verhoogd is. Integendeel. Ik lees ergens op een bord dat ervoor gekozen is om de natuur zijn natuurlijke gang te laten gaan. Men kiest er hiervoor dat de rivier eens in de twintig jaar over die dijk heen stroomt en het achterland weer wat vruchtbaarder maakt. Niets geen deltahoogte dus. Gewoon een ouwe dijk. Op een aantal plekken is die dijk in dusdanig oude staat gelaten dat het de ‘hel van het noorden’ wel lijkt. Met fiets en bagage wordt ik over een kasseienstrook van een kilometer of zo geleid.

Met nog zo’n dertig kilometer te gaan bereik ik Tours. Zo’n stad waar je even moet zijn geweest en gekeken als je er toch bent. Dus neem ik even de tijd. Volgens de propaganda van het ‘Office du Tourisme’ van de Loirestreek is het heel gemakkelijk om van de ‘voie verte’ ten zuiden van Tours, in het centrum van Tours en vervolgens weer op de ‘voie verte’ ten noorden van Tours. te komen. Ze hebben er zelfs plattegrondjes van gemaakt die ze langs de hele Loire verspreiden. Bij het bordje Tours echter zijn ze aan de weg aan het werken en leiden ze de fietsers de ‘Route National’ op. Ik heb geen bordje ‘Retour a la Voie verte’ gezien. Maar ik weet ook zeker dat zo’n bordje niet bestaat. Ik kom uit op de Route National die de rondweg rond Tours blijkt te zijn en fiets uiteindelijk 10 kilometer om. Gelukkig is het lekker warm vandaag. Soms jeuken mijn ambtenarenhanden om hier eens een functioneringsgesprek te hebben met een ‘fonctionaire’ of twee.

Na wat ergernis en onnodig zweet, kom ik uiteindelijk in het centrum. Ik loop met de fiets aan de hand door de stad. Tours is gewoon een redelijk grote stad waar je volgens mij goed kunt shoppen. Althans ik zag dezelfde winkels als in Nijmegen, Arnhem, Utrecht, Amsterdam, Poitiers, London en Parijs en daar kun je goed shoppen zegt men. Uiteindelijk beland ik bij, hoe kan het ook anders, de kathedraal. Mijn gestel is nog ingesteld op Romaans. Dan krijg je opeens een overdosis gotiek te verwerken. Van buiten met luchtbogen en tierelantijnen en van binnen vol licht, hoog, met bogen en ranke pilaren en heel grote, heel gekleurde ramen. Maar ik vind hem toch minder mooi dan Onze Lieve vrouwe in Poitiers. Had hij maar niet gotisch moeten worden.

Na Tours is het dan nog maar een klein eindje, 30 kilometer naar Amboise. Maar ze hakken er in. Het is bloedheet en ik ben blij dat ik nog een stil plekje tegenkom om te zwemmen. In Amboise zie ik dan mijn derde kasteel. Van de Franse koningen ditmaal. Van veel later datum als dat in Chinon en vooral bedoeld als pronkpaleis en om eens een keer een uitje te hebben. Verder is het een leuk stadje. Maar ik ben moe en heb er weinig oog voor. Ik zoek naar een restaurant om een hapje te eten en ontdek dat ik niet weer een bord toeristenvoer wil. In plaats daarvan ga ik naar de supermarkt en sla een hoop groenten in (en een stukje kip natuurlijk), ik koop een bus kerrie en maak op mijn bunzenbrander onder het open raam op mijn hotelkamer een prima Curry klaar.

Dinsdag 28 juni:
Vanochtend ben ik wat vroeger opgestaan. Ik moet een behoorlijke afstand overbruggen (80- 90) en ben niet zeker over het landschap. Zeker 40 kilometer moet ik weer van het ene dal naar het andere oversteken. Van het dal van de Loire naar het dal van de Loir. Het scheelt een ‘e’ en betekent een wereld van verschil. Althans volgens de dame van het ‘Office du Tourisme’. Als ik vraag of er fietsroutes zijn, moet ze moeite doen om zich te herinneren dat er nog een andere rivier was met bijna dezelfde naam.

De eerste uren is het lekker fietsen. Ik moet wel wat op en neer. Maar niet overdreven. Het is een kleinschalig mooi landschap langs wat kleinere riviertjes. Nog een chateautje of wat ter afwisseling. Daarna kom ik op de vlakte waar ze zonnebloemen, maïs, koolzaad (al dan niet net geoogst), tarwe en ander graan verbouwen en dat allemaal op heel grote velden. De wind is schuin van achteren en het schiet lekker op.

Na ruim 50 kilometer bereik ik Vendome. Een stad waar ik me niet veel van voorstelde, maar maar die een aardig centrum blijkt te hebben. Ik ben er na de middag en dat is meestal het beste moment om even een kop koffie op een terras te pakken en gelet op het weer een biertje na. Ook hier blijken ze een hooggotische kerk te hebben. Geen kathedraal dit keer. Ik kan het niet nalaten om even naar binnen te gaan. Ik vind hem wel aardig maar ben vooral weg van de muziek die hier speelt. Het Avé Maria van Gounod, gevolgd door dat van Schubert en de ‘Stabat Mater’ van Pergolesi. Dus blijf ik twintig minuten zitten luisteren en zachtjes meehummen. Er is verder niemand aanwezig, want er komen geen toeristen naar Vendome, dus dat kan best. Ik vind het zelf best leuk klinken.

Na Vendome moet ik nog een kilometer of 30 en ik heb de indruk dat ik dat varkentje wel even zal wassen. Ik mag langs de boorden van le Loir (zonder e) fietsen. Dat is een leuk beekachtig riviertje. Niet spectaculair, maar rustig. De plaatselijke VVV heeft het over pittoresk en daar kan ik wel mee instemmen. Pas om 5 uur beland ik tenslotte in Cloyse- sur- le- Loir. Aan de gemeentegrens sta ik te bestuderen hoe ik bij de camping kom als er een tweetal Nederlandse fietsers op weg naar Santiago aankomen. Zoals gezegd je haalt ze er uit. En zij mij. Ze stoppen en het over en weer geadviseer en geïnformeer duurt weer twintig minuten.

Voor vandaag had ik besloten dat het weer eens tijd is voor een camping. Mijn rug is weer oké en ik ben wel wat moe van al die hotels met dezelfde receptioniste(n)s. Ik had gehoord dat de camping municipal hier heel aardig is. Ik heb de tent nog niet goed en wel staan, ik ben mijn matje aan het opblazen (hoezo ‘selfinflating’?) of het geknetter begint. Binnen 5 minuten hangt het onweer recht boven de camping en barst in alle hevigheid los. Met mijn nog ingepakte tassen ga ik in mijn tent zitten, wacht de gebeurtenissen af onderwijl dit verslag typend. Als het weer het toelaat, wordt het morgen Chartres.


  • 29 Juni 2011 - 20:44

    Lion:

    Hallo Wil,

    De fietsmaker heeft zijn werk goed gedaan aangezien je weer onderweg bent. Hopelijk kom je zonder kleerscheuren het onweer door. Heeft in Nederland aardig huisgehouden zo links en rechts. Keep on going!

  • 29 Juni 2011 - 23:48

    Harrie:

    Hoi Wil,
    Het schiet al aardig op zie ik.
    De kilometers vliegen voorbij. Het zonnetje doet je goed. (kan soms natuurlijk ook te heet worden)
    Ik wist niet dat er in Frankrijk ook een Bisonbaai is. Maar ja jij grijpt natuurlijk je kans om even te poedelen. Gelijk heb je!
    Wil, ik wens je voor morgen natuurlijk weer zonnige kilometers en hopelijk is je tent op tijd droog.
    Succes. Ik blijf je volgen.
    groeten uit Wijchen

  • 01 Juli 2011 - 07:48

    Geridderde Vrienden:

    Hey Wil,

    Het Tour de France virus begint hier z'n kop op te steken. Zaterdag barst dit evenement los (wellicht krijg je hier iets van mee). Diverse lijsten worden opgesteld door de zogenaamde "wielerkenners" met namen van renners die straks mogelijk in Parijs zullen zegevieren. Ook enkele van de Geridderde Vrienden menen van zichzelf tot deze kenners te behoren, maar maken dit jaar in jaar uit niet waar. Na een tocht van enkele luttele kilometers door Frankrijk is de finish op 24 juli in Parijs. Als ik dit afzet tegen de kilometers die jij nu al in Frankrijk rondfiets, heb jij er al zo'n 1,5x de Tour erop zitten. Wordt dus ook hoog tijd voor jou om te gaan finishen......
    Wil: pas goed op jezelf - hef het glas na iedere rit en succes de komende ritten.

    De Geridderde Vrienden van Oranje
    Rob

  • 03 Juli 2011 - 07:39

    Toni Matheij:

    Nou Wil het blijft een tocht van regen en zonneschijn.
    Je weet het, de laatste loodjes wegen het zwaarst.

    Maar het is je wel toevertrouwd dat je nog even doorbijt.
    En je kunt altijd nog een tandje terug schakelen.

    gr. Toni

  • 03 Juli 2011 - 08:42

    Harrie:

    Hoi Wil,
    De finish komt steeds dichterbij. Dit ga jij halen, collega. Fantastisch, een echte winnaar.
    Wil, probeer naast het gevoel dat je door moet, ook te genieten van deze laatste weken, dagen, uren, mi....
    Wil, het is een bijzondere rit geworden, met alle ups en downs. Alle mooie belevenissen, maar ook het ploeteren tegen de natuur.
    Eens te meer, blijkt dat je toch een doel voor ogen moet hebben om dat dan ook daadwerkelijk te kunnen bereiken.
    Niet zo maar in het wilde weg iets beginnen en kijken waar het schip strand.
    Wil, je dagelijkse etappes zullen zo langzaam aan vlakker gaan worden, het weer, volgens de voorspellingen, wordt aangenamer voor je laatste kilometers.
    Succes Wil.
    Ook de laatste kilometers blijf ik je volgen.
    Groeten uit Wijchen

  • 03 Juli 2011 - 11:59

    Doreen:

    hoi grote broer,
    We zitten te wachten op je volgende reisverslag! Ik merk dat het vaste routine wordt om dagelijks even op je weblog te kijken. Dat wordt afkicken strakjes als je terug bent! Hoe ziet je planning er voor de komende dagen uit? Pak je nog een etappe van de Tour mee of rijdt die club niet in de buurt waar je zit? Nog even en dan komt voor jou ook de finish in zicht. De vierdaagse begint over 15 dagen ...
    Groetjes oet Aelse,
    Hennie, Doreen, Yente, Kyra & Rens

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Wil

Actief sinds 06 April 2011
Verslag gelezen: 237
Totaal aantal bezoekers 36992

Voorgaande reizen:

02 Augustus 2021 - 31 Oktober 2021

Viagem em direcçāo a Lisboa

21 Juli 2015 - 25 Juli 2015

Naar de bronnen van de Maas...

09 Mei 2011 - 15 Juli 2011

Beuningen- Nazaré

Landen bezocht: