Afscheid van strand en duin - Reisverslag uit Mellé, Frankrijk van Wil Kersemakers - WaarBenJij.nu Afscheid van strand en duin - Reisverslag uit Mellé, Frankrijk van Wil Kersemakers - WaarBenJij.nu

Afscheid van strand en duin

Door: wilopweg

Blijf op de hoogte en volg Wil

23 Juni 2011 | Frankrijk, Mellé

Dag 43, 44 en 45; maandag 20, dinsdag 21 en woensdag 22 juni 2011
Lacanau Ocean- Saulac sur Mer; Saulac- Saintes; Saintes- Melle

Huishoudelijke mededelingen/ managementsamenvatting:
1. Maandag 20 juni: Ik heb 81,5 kilometer gereden in net geen 4,5 uur. Het was vandaag heerlijk weer om te fietsen. Weinig wind en tegen de 30 graden.

2. Dinsdag 21 juni: Ik heb 66 kilometer in 3,7 uur gereden. Dat is niet veel maar de dag stond in het teken van de boottocht waarmee ik Les Landes en de Medoc verliet. Het was heerlijk fietsweer. Als er dan toch geklaagd moet worden dan maar over het net te forse tegenwindje.

3. Woensdag 22 juni: Vandaag ging het over 97,5 kilometer in 5,3 uur. Heerlijke rit door zachtglooiend land. Vanochtend regende het hard, maar in de loop van de dag werd het prima fietsweer. Niet te warm, niet te koud. Op het eind misschien teveel wind uit de verkeerde richting. Na vandaag staat de teller op 2.941 kilometer.

Maandag 20 juni:
Vanochtend voordat ik vertrek, ontdek ik een zorgwekkend scheurtje in het profiel van mijn voorband. Typisch zo’n geval van het zou het best nog wel eens 2.000 kilometer goed kunnen gaan, maar het kan ook zo maar 4 kilometer verderop fout gaan. Bovendien weet je in dit land nooit wanneer je weer een fietsenmaker tegenkomt en in Lacanau heb ik er gisteren drie gezien. Dus het zekere voor het onzekere. De fietsenmaker vindt mijn fiets heel bijzonder, gelet op de mondhoeken die omlaag en de wenkbrauwen die omhoog worden getrokken. Hij belooft me zijn beste buitenband. Voor een prijs van 20 euro verwacht ik niet al te veel, ondanks dat het volgens de fietsenman een band met kevlar (!) is. En ik maar denken dat ze niet eens meer banden zonder kevlar maken. De band voelt wat slap en dunnetjes aan in mijn handen. Mocht het echter nodig zijn, dan heb ik een reserve bij de hand.

Vervolgens op weg, een lange duinweg, een erg lange duinweg naar de volgende plage. Ik let er vanaf hier erg op of er honden aan het strand mogen, want de kans bestaat dat ik hier over een paar weken met Joekie en de honden langskom richting Portugal. Zuidelijk van hier was me opgevallen dat honden niet overal op de stranden mogen. Hier is het echter veel minder en probleem. Met uitzondering van de stranden vlak voor een dorp of boulevard.

Na de lange, lange weg mag ik een fietspad achter de eerste duinenrij op. De eerste 5 kilometer zijn prima, daarna gaat het pad over in één tegel breed (zie foto). Van een tegenligger krijg ik te horen dat dit zo 4 kilometer blijft. De keuze is of vijf kilometer terug of de komende vier wiebelen en in balans blijven met 25 kilo bagage op je fiets. Het motto is: niet op je schreden terugkeren, dus het wordt wiebelen. In verhitte toestand doorsta ik dit stuk. Daar het echt voor het eerst in tijden heerlijk weer is (tussen 25 en 30 graden) doe ik mijn shirt uit, kan ik lekker bruin worden. Daarna fiets ik nog zo’n 40 kilometer langs plages, door pijnboombossen en stranddorpen.

Het leukste vindt ik Le Gurp (alleen de naam al). Het bestaat uit twee friterieën annex ijstent annex ‘depot de pain’, een pizzeria een fietsenverhuurder plus een ‘camping municipal’ op 300 meter van het strand en verder alleen maar kilometers leeg strand. Als Joekie en ik echt in deze contreien komen denk ik dat we hier een paar daagjes zeevakantie komen houden.

Uiteindelijk bereik ik Soulac sur Mer, mijn eindbestemming voor vandaag. Vanaf de gemeentegrens passeer ik de ene camping na de andere. Maar ik heb er op internet eentje uitgezocht aan de andere kant van de stad. Die ligt namelijk dichter bij de haven waarvandaan morgen mijn boot vaart. Op mijn weg door het stadje stop ik bij het ‘Office du Tourisme’ en vraag naar de tijden van afvaart van de boot. Verder vraag ik of de camping die ik gepland heb niet toevallig volgeboekt zit. Je weet het niet. Tot mijn stomme verbazing krijg ik te horen dat de campings alhier geen losse kampeerders accepteren. Ze verhuren slechts gereed staande tenten, mobihomes en dergelijke. Als ik alleen maar dom terugkijk bevestigt de dame het nog eens voor me. Slechts op de ‘camping municipal’, welke aan de gemeentegrens ligt en waar ik 10 kilometer geleden langs ben gekomen kun je als ‘losse’ kampeerder terecht. Zoals gezegd het motto is: niet op je schreden terugkeren. Dus op zoek naar een ‘chambre d’hote’. Die vind ik snel, hij ligt om de hoek en best leuk.

Prima kamer, niets mis mee in leuk paviljoen- achtig huis, zoals je ze ook wel in Schoorl en Bergen ziet. Voordeel is ook dat ik in het dorp zit en laat ik daar nou, aan de overkant van de ‘Office du Tourisme’, een Chinees gezien hebben. En laat ik daar nou vanavond ongelooflijk veel zin in hebben. Als ik me gedoucht heb merk ik dat ik te lang in mijn blote bast heb gereden. Mijn rug is knalrood en voelt ook zo. Dat wordt lol hebben vannacht.

Dinsdag 21 juni:
Vannacht ben ik een paar keer van de kou en de koorts wakker geworden. Mijn verbrande rug is er niet best aan toe. En ik heb niemand om hem in te smeren. De trui aandoen schrijnt en doet zeer. Gelukkig kan het vandaag wat rustiger. Ik hoef slechts naar de boot in le Verdon (7 kilometer) en die vaart pas om 12.00 uur. En daarna moet ik nog 50 kilometer fietsen naar Saintes. Dat schijnt een alleszins leuk plekje te zijn en een mooie halteplaats voor vandaag.

Vanaf Soulac fiets ik mijn laatste kilometers langs de kust. Na zoveel dagen strand en vooral duin vind ik dat ook wel voldoende. Ik heb de tijd en fiets een beetje om naar de kaap vanwege het uitzicht, ook op de giga vuurtoren die een kilometer of 5 buitengaats staat, midden in de monding van de Gironde. Dan naar de veerboot. Vanaf de boot een laatste blik op de Medoc en zijn wijngaarden en een eerste blik op de Cognac. Jammer dat ik met de fiets ben anders zou ik misschien wel een flesje halen om mee naar huis te nemen.

In Royan (als je de boot naar of vanaf Les Landes niet hoeft te hebben: niet komen- negatief reisadvies) wip ik, voordat ze sluiten, nog net op tijd het ‘Office du Tourisme’ binnen en vraag naar een fietsroute naar Saintes. Fietsroutes hebben ze niet, maar wel een Romaanse kerkentocht in de richting van Saintes. Drie daarvan kan ik aandoen, ze liggen min of meer op mijn route en houden me van de drukke straat. Alle drie de kerken bevinden zich in diverse stadia van verval of zo men wil het restauratieproces. Dat is maar van welke kant van de historie men het beziet. Restauratieprocessen zijn hier volgens mij te vergelijken met het bouwen van een huis in Bosnië of Griekenland. Als je weer eens geld hebt zet je er een verdieping op, maak je de badkamer af of bouwt er een garage aan. Zo gaat dat hier met kerken. Als de parochie of de ‘amis’ van de kerk weer eens centen hebben, wordt een toren, portaal, zijbeuk of apsis aangepakt. Vooral de kerk van Thezac en met name het portaal vind ik erg mooi (zie foto). Het is een uur of twee en er staat een prima bankje onder een boom bij de kerk. Ik heb nog niet geluncht en dit is een prima plek. In dit geval zet ik er thee bij.

Na Royan fiets ik door zachtglooiend landbouwgebied. Van alles wat: wijnranken, mais, koolzaad. Dat laatste gelukkig rijp en hier en daar al geoogst, dus je ruikt het niet meer. En zonnebloemen. In één van mijn eerste reisverslagen schreef ik dat ik door velden reed met kniehoge zonnebloemen. Dat maakt dat ik besef hoe lang ik al onderweg ben. In het begin rook ik de stinkende koolzaadvelden nog, nu zijn ze al geoogst. Eerst stonden de zonnebloemen kniehoog, nu zijn ze geel en kijken eigenwijs allemaal dezelfde kant op. Eerst kon ik nog overal kersen plukken, nu zijn ze allemaal van de bomen verdwenen. Gejat denk ik. Je kunt ze alleen nog in de winkel kopen en dan komen ze of uit de koelcel of inmiddels uit Nederland. Eerst vond ik alles nog spannend en wilde een eind weg fietsen, nu geniet ik nog van het fietsen, maar begint het alleen zijn zich steeds meer te doen gelden. Op de week met Wim en Mariek na zit ik nu al zes weken alleen op de fiets. Natuurlijk kom je mensen tegen, spreek je mensen, maar het alleen zijn, weg van je vertrouwde bedoeninkje, laat zich steeds meer voelen.

In de loop van de middag begin ik ook mijn rug steeds erger te voelen. Na gisteren houd ik mijn shirt wel aan, maar de zon schijnt stevig en ik voel de zonnewarmte door het shirt heen en dat doet pijn. Bovendien heb ik vannacht krampachtig geslapen, waardoor mijn rug stijf is. Op het eind van de rit hang ik meer over de fiets dan dat ik er op zit. Gelukkig ben ik snel in Saintes, hoewel de laatste tien kilometer weer erg op en af zijn.

Ik rij naar het ‘Office du Tourisme’ toe. Tot nu toe is het me niet gelukt om welk van die Offices dan ook zonder vragen te vinden. Ze zetten altijd een bord, soms twee of drie vanaf de rand van de stad naar het Office toe. Maar de laatste twee of drie straten mag je altijd zelf uitzoeken. Tot nu toe geen uitzondering tegengekomen. Ook niet in Saintes. Bij het Office vraag ik een plattegrond (standaardactie) en de weg naar de camping. De man van het Office kijkt bezorgd. Er is een groot feest in de stad, allemaal muziek en zo. Alles, ook de camping is volgens hem volgeboekt. Ik ga op een nabij gelegen terras even een verfrissing nemen om dit op me in te laten werken en de camping toch maar eens bellen. Ze hebben gelukkig nog een paar plekken, als ik snel arriveer gaat het wel lukken. Als ik na 10 minuten wil opstaan, lukt me dat nauwelijks vanwege de pijn in mijn rug. Ik vraag me af hoe ik de tent moet opzetten.

De plattegrond zit in een boekje waarin ook de ‘chambre d’hotes’ en hotels van Saintes staan. Voorop het hotel dat een heel erg positief reisadvies van Wim en Marieke kreeg. De keuze is niet zo heel moeilijk, zeker niet als blijkt dat ik na 50 meter met de fiets aan de hand langs dat hotel loop. Daar blijkt dat ze net één afzegging hebben, maar er belt net iemand voor een kamer. Dan blijkt dat ik erg snel kan beslissen. Ik ben er en ik ga niet weg. Ik kijk er zielig bij en zeg dat ik ‘mal a la donc’ heb. Volgens mij is dat pijn in de rug. De man achter de receptie knikt in ieder geval begrijpend. Maar dat kan ook komen omdat ik scheef sta en met een hand naar mijn rug grijp. Hij zegt in elk geval tegen de telefoon dat hij ‘desolée’ is en ik krijg voor een acceptabele prijs een reusachtige kamer met uitzicht op de Abdijkerk.

Om een uur of zes heb ik gedoucht en ben ik omgekleed. Een paracetemol doet vooralsnog voldoende wonderen voor mijn rug en ik kan op mijn fiets nog even de stad door. Daar is inderdaad van alles te doen. De bezienswaardigheden (stel Romaanse kerken, Romaanse abdij, Romeins amfitheater, Romeinse triomfboog) zijn allemaal tot laat open. In de kerken worden zelfs uitvoeringen gegeven. In een crypte van één van de kerken zit ik een half uur te genieten van het laatste deel van een Gregoriaans gezongen mis. Voor het portaal van de kathedraal is een podium opgesteld waar er een Afrikaans optreden is. De trommels galmen tegen de gevel aan. Mooi.

Woensdag, 22 juni:
Ik heb vannacht niet best geslapen. Mijn rug doet verdomde zeer, met pijnstillers kan ik de stijfheid wel bestrijden, maar het verbrande gevoel nauwelijks. Al met al lig ik een tijd wakker en ik heb alle tijd om me intens alleen te voelen. Dan barst er om 4 uur een geweldig onweer met flinke windstoten los. Dat doet noch de stijgheid, noch de aleniggheid veel goed. De luiken voor mijn ramen (die om 11.00 uur nog werden gesloten door de kamerjongen in hoogsteigen persoon) klapperen open. Ik ben mijn rug dankbaar en mijn tent is dat ook. We zouden dit noodweer namelijk waarschijnlijk niet of nauwelijks hebben overleefd, we zouden in ieder geval allebei doornat zijn geworden.

Vanwege deze nacht gun ik me zelf vanochtend een half uurtje langer in bed. Ik mag tot half negen blijven liggen. De klok van de abdijkerk vindt van niet en begint gewoon om 8 uur te beieren. Vanuit mijn raam zie ik een lichtgrijze lucht. Dat trekt wel weer open dunkt me. Ik zit om kwart over acht gewoon aan het ontbijt en maak me klaar voor de dag. Om 9.00 uur hoor ik het echter kletteren op het plein voor de abdijkerk. Het stort weer. Gelukkig niet al te lang en verder blijft het vandaag droog en het wordt zelfs allengs beter fietsweer. Af en toe is het vandaag zelfs aangenaam warm.

De rit is wederom door een zachtglooiend landschap. Ik vind dat wel mooi. Doet me een beetje aan Zuid Limburg denken. Alleen wat daar micro is, is hier gewoon wat groter en langer. Ik kom regelmatig door dorpjes waar in ieder geval een ‘bar- tabac’ of iets dergelijks open is. Dus ik kom ruim aan mijn quotum ‘café au lait’. Mijn rug is wel wat beter als gisteren, maar na verloop van tijd schuurt en schroeit mijn shirt en voel ik mij weer stijver worden. Als ik zo’n 80 kilometer gereden heb krijg ik nog een mooi ‘chateau’ te zien, maar ik heb er nauwelijks nog aandacht voor.

Ik wil vooral naar Melle. Nog 14 kilometer. Laten die laatste kilometers nou vooral op (en minder af) zijn en de wind draait dan ook nog eens naar een voor mij onvoordelige hoek. Pas om half zes rij ik Melle binnen. De standaardactie: ‘Office du Tourisme’, plattegrondje scoren. Gisterenavond heb ik de adressen van twee ‘chambre d’hotes’ bemachtigd. Die blijken echter allebei ‘complet’. De enige twee hotels in de stad ook. De laatste paar dagen heb ik niet zo’n gelukkige hand bij het verkrijgen van verblijf voor de nacht. Vannacht wordt het dus de camping zo lijkt het en dat met mijn rug van het moment. Gelukkig bedenkt de dame van de ‘Office’ dat er 2 kilometer buiten de stad een grote rijschool is, waar ze paardenkampen organiseren en voor de leiding ook kamers verhuren. Op een dergelijke kamer, gelegen boven de paardenstallen zit ik nu dit verslag te typen.

Ik zie paarden door de ramen, ik hoor paarden door de vloer heen en ik ruik paarden overal vandaan. Bovendien zwermen hier aardig wat vliegen rond. Maar het is niet duur en we slapen droog en in een prima bed. Sterker nog ik kan kiezen uit drie bedden op mijn kamer.
Na een pizza en een salade trek ik mij terug. Aanvankelijk is het idee dat ik morgen naar Poitiers ga. Toch ook weer een rit van zo’n 75 kilometer en vooral door de drukke buitenwijken van die stad. Daar ik wifi- loos ben kan ik niet checken of er accommodatie te krijgen is. Ik heb niet de moed om vanavond nog naar het dorp te fietsen en in de wifi- bar dit na te gaan. Gelukkig zijn er hulptroepen aan het thuisfront. De hotels in Poitiers lijken volgeboekt, maar gelukkig is er altijd nog een camping.

Terwijl ik met mijn zere rug moeizaam in bed kruip en mijn dagelijkse telefoontje met Joekie en Juul pleeg, besluit ik dat het wel welletjes is. Na een paar nachten slecht slapen is mijn rug en ben ik aan uitslapen toe. Morgen ga ik Melle en zijn drie Romaanse kerken wat beter bekijken en me vooral in de wifibar uitgebreid informeren over accommodaties in Poitiers en de route daarna. De komende honderden kilometers zijn overdag vooral door platteland, maar er na Poitiers komen nog een paar grote steden (Tours, Blois, Orleans) die ik wil bekijken.


  • 23 Juni 2011 - 22:08

    Harrie:

    Hoi Wil,
    Hoe moeilijk het ook is, je slaat je er doorheen tot nu toe.
    Denk je op een dag: "Ha lekker zonnetje, had ik nodig na al die regen", wordt je ook nog gestraft met een zere rug en mis je de juiste mensen om te zorgen dat de verbrande rug goed verzorgt word.
    Ook dit hoort bij het afzien tijdens zo'n toertocht.
    Wil, je moet een ding voor ogen houden.
    Iedere kilometer die je fiets, is weer een kilometer dichter bij het einddoel. "THUIS"
    Succes voor de dag van morgen, hopelijk met goed fietsweer.
    Groeten uit Wijchen

  • 25 Juni 2011 - 13:04

    Yente En Kyra:

    hoi Wil,
    hier je nigten. Kyra vind het fein dat je weer naaar huis kompt. En ik ook hoor. Kyra mag vrijdag afzwemme voor a. Mam is dna in denbos, maar oma kompt. Gister heb ik opgetrede op het schoolfees. en Kyra ook. we kwame heel laat tuis. toen het al donker was. Rens losjeerde bij oma.
    nou, doei. Yente en Kyra

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Wil

Actief sinds 06 April 2011
Verslag gelezen: 160
Totaal aantal bezoekers 36999

Voorgaande reizen:

02 Augustus 2021 - 31 Oktober 2021

Viagem em direcçāo a Lisboa

21 Juli 2015 - 25 Juli 2015

Naar de bronnen van de Maas...

09 Mei 2011 - 15 Juli 2011

Beuningen- Nazaré

Landen bezocht: